Verhalen

Tilda, bewoonster assistentiewoning

Ik was al 5,5 jaar ingeschreven op de wachtlijst toen ik in 2019 vernam dat er een assistentiewoning vrijkwam. Op een week tijd was ik het hier gewoon en voelde ik me een andere vrouw. Ondanks dat ik veel ging fietsen en wandelen, voelde ik me vaak eenzaam sinds mijn man gestorven was. Hier leerde ik nieuwe mensen kennen en heb je meer sociale contacten. Ik heb goede buren waar ik goed mee overeenkom. We helpen elkaar.

's Middags ga ik eten in het lokaal dienstencentrum. Het is veel aangenamer om in groep te eten dan alleen in je flat. Ik neem er aan veel activiteiten deel en voel mij daar echt goed bij. Ik zou zeker niet meer terug willen naar vroeger.

De residentie is heel goed gelegen. Ik moet maar buiten stappen en kan de bus nemen. Mijn vriendinnen wonen in Tielrode en zo kan ik hen bezoeken om te gaan wandelen of iets te gaan drinken. Ik ga ook graag naar het shoppingcenter of naar de markt in Sint-Niklaas. Het is zo gemakkelijk om alles in de buurt te hebben. Ik maak mezelf graag op om buiten te komen. Dat is altijd mijn ding geweest. Wat ik niet kan missen, is de kapper die elke week aan huis komt. Zolang je gezond bent en in beweging kan blijven, moet je ervan genieten. Ik verveel me niet hoor. Ik neem dikwijls deel aan activiteiten van OKRA. Met de familie komen we regelmatig samen. Ik ben er altijd bij als er iemand jarig is of met feestdagen zoals Pasen, Kerstmis en Nieuwjaar.

Mijn boodschappen doe ik nog zelf. Op zaterdag brengt mijn dochter en haar man water voor me mee, dan hoef ik daar niet mee te sleuren. Om de 14 dagen komt er een poetsmedewerker van de thuiszorgdienst van Welzijnsvereniging Sleutelzorg waar ik heel tevreden van ben. De week dat ze niet komt, poets ik zelf. Zo blijf ik nog in beweging.

Tilda: "Ik heb gefietst tot ik 87 jaar was. Mijn huisarts raadde me aan om te stoppen vanwege mijn leeftijd. Ik heb mijn fiets verkocht maar fiets nog wel dagelijks op mijn hometrainer. De meeste mensen stoppen pas nadat ze gevallen zijn met alle gevolgen van dien."


Maria, bewoonster 't Blauwhof

In mei 2021 ben ik naar 't Blauwhof verhuisd nadat ik een rugoperatie had ondergaan en daarna een kleine hersenbloeding kreeg, waardoor ik dingen zag die er niet waren en niet meer durfde terug te keren naar huis. Ik was al eens gevallen en besloot om me in het woonzorgcentrum op te laten schrijven. Ik ben afkomstig uit Steendorp en wilde daarom graag naar 't Blauwhof komen.

Ik doe nog veel zelf. Ik sta ’s morgens vroeg op, was me, dek mijn bed op, neem alle dagen stof af, fiets elke dag een kwartier op de hometrainer. Ik lees ook heel veel of neem deel aan de turnles. Vroeger had ik een groot huis met een mooie tuin. Ik kan ervan genieten om hier in de binnentuin te zitten, de bloemen water te geven en te verzorgen. 

Toen ik hier aankwam, zag ik bewoners bestekken inpakken en heb ik gevraagd om te helpen. Dat is vrijwillig, zo heb ik mijn bezigheid 's morgens en ik doe het graag. Ondertussen kunnen we ook een praatje maken. Ik bak ook mee wafels voor activiteiten. Ze weten me te vinden als er iets moet gebeuren.

Als er buitenshuis iets te doen is, ga ik graag mee: een uitstapje naar de markt, gaan dansen, met de trein naar Bazel. Als ik naar buiten ga, voel ik me veiliger met een rollator. Mijn dochter neemt me ook al eens ergens naartoe met de auto. Mijn kleindochter komt al eens op bezoek, dus ik verveel me niet.

Vroeger had ik wel meer sociale contacten, zoals bij het nemen van de bus naar Sint-Niklaas. Nu ben ik beperkt tot het busje van het woonzorgcentrum dat ons naar het koopcentrum of naar het zwembad brengt.

Maria: "Ik heb wel wat kwaaltjes maar voel me voor de rest nog goed en gezond. Ik ben heel tevreden over de zorg die het personeel biedt, het is fijn om te zien dat de medewerkers altijd snel en behulpzaam zijn wanneer ik iets nodig heb. Mijn kamer wordt ook elke dag netjes gepoetst."

Hoewel het eten hier over het algemeen prima is, zou ik het fijn vinden als er wat meer variatie met pasta zou zijn, zoals een goede spaghetti, lasagne of macaroni met kaas en hesp. Er is maar weinig waar ik over kan klagen, ik ben tevreden.

Marie-Louise en Maurits, bewoners De Reiger

Marie-Louise en Maurits vertellen hun verhaal over hun verblijf in woonzorgcentrum De Reiger
Marie-Louise: “Wij wonen hier sinds april 2021. Maurits sukkelde al lang met zijn rug en kon op korte tijd bijna niet meer gaan. Mijn schoonzoon moest Maurits ’s avonds in zijn bed leggen. Die thuissituatie was voor mij ook heel vermoeiend en als hij viel, kon ik hem niet rechttrekken. Zo waren we verplicht om iets te ondernemen. We hebben ons dan laten opschrijven en op 1 week tijd was er net een kamer voor 2 personen vrij, we moesten snel reageren. Ik was blij. We voelden ons hier vanaf de eerste dag thuis. Ik had dit niet verwacht en had er wat schrik voor."

Maurits: “Ik moet met de hulp van een tillift uit mijn bed. Ik moet wachten tot de tillift beschikbaar is en de verpleging kan helpen. Het kan eens gebeuren dat het ’s morgens wat later is dan op andere dagen, dat moet je begrijpen. Ze kunnen niet overal tegelijk zijn. Ik noem dat toestel een kraan omdat ik zelf in een havenbedrijf heb gewerkt. Het is een goede uitvinding.”

De kinesist heb ik vriendelijk bedankt om langs te komen. Voor mij zijn die oefeningen een last. Ik kan mijn benen bijna niet bewegen en of ik nu mijn been 3 of 5 cm hoger kan strekken, dat maakt voor mij niets uit. Ik heb geen pijn en zie er het nut niet van in. Ik ben ook nooit een sportief type geweest."

Marie-Louise: “Ik doe wel mee aan de activiteiten die hier georganiseerd worden, enkel als de bewoners gaan zwemmen, dan ga ik niet mee. Wij hebben vroeger niet leren zwemmen. Als er in de cafetaria iets te doen is, gaan we altijd, zoals naar het kerstfeest. Dat laten we niet aan ons voorbij gaan!”

Maurits: “We hebben een afspraak met onze overburen dat we altijd bij elkaar zitten. Maar ik kom niet veel buiten, alhoewel ik wel een sociaal iemand ben. Veel bewoners klagen over hun kwaaltjes en daar kan ik niet goed tegen.”

Marie-Louise: “’s Avonds ga ik een babbeltje doen bij de buren of bij bewoners op een andere verdieping. Mijn avonden zijn altijd volzet. Ik hoop dat Maurits en ik nog wat jaren kunnen samenblijven. Wij hebben veel aan elkaar. We hadden een dochter maar ze is overleden. Gelukkig hebben we nog 2 kleinkinderen die ons regelmatig bezoeken. Onze kleinzoon doet boodschappen voor ons."

Maurits: “Het eten is lekker maar zelf koken is natuurlijk niet te evenaren. Ik heb zelf brood gebakken en sandwiches gemaakt. Als je zelf koffie opgiet, doe je dat naar je eigen smaak. Dat is natuurlijk een vrijheid. Wat we ook missen, is onze grote tuin die we hadden met een serre en veel groenten en fruit."

Marie-Louise: “Wat ik een pluspunt vind, is dat ze regelmatig iets speciaal doen in de cafetaria. Zo worden we al eens verwend met wafels, croque-monsieurs, paling in ’t groen en mosselen. Ook de Valentijnslunch voor de koppels was heel lekker. Daar zijn we heel tevreden mee, ook omdat we altijd samenzitten met dezelfde mensen. Hier wonen koppels die we al jaren kennen.

Ik had niet gedacht dat het zo zou zijn. Ik ben ervan verschoten hoe goed het hier is. We kunnen niets afkeuren. Om de drie maanden gaan we naar de gebruikersraad en dan kunnen we onze opmerkingen geven maar er wordt in het algemeen weinig afgekeurd. Ik ga deze keer eens vragen of we op zondag pistolets kunnen krijgen."

Marie-Louise: "We hebben altijd in een huis in Temse gewoond, de laatste 15 jaar op een appartement. Ik had meer moeite om mijn huis te verkopen om naar het appartement te gaan dan om naar hier te komen. Ik heb nog nooit ergens zo goed geslapen en dat vanaf de eerste nacht. We zijn heel tevreden. De zorgkundigen en verpleegsters zijn allemaal heel vriendelijk en bereidwillig, en dat elke dag."


Frieda, bewoonster assistentiewoning

In februari 2018 ben ik verhuisd van mijn appartement naar een assistentiewoning. Vanaf de eerste dag was ik het hier gewoon. Ik woon hier heel graag en heb goede buren. Ik voel me echt thuis in deze flat, het geeft me de vrijheid om te doen wat ik wil.

Tijdens weekdagen krijg ik thuishulp, waar ik de goede zorg en ondersteuning die ik daarvan krijg van waardeer. Mijn zoon staat erop dat hier wekelijks gepoetst wordt en daarom doe ik ook beroep op een poetshulp. In het weekend komt mijn zoon mij halen om samen te eten en activiteiten te ondernemen. We gaan al eens naar een muziekconcert of de markt. De kapper staat elke week op de planning. Ik vind het fijn om onder de mensen te zijn en ga daarom graag naar het lokaal dienstencentrum om een warme maaltijd te eten, een kopje koffie te drinken en deel te nemen aan activiteiten zoals stoelturnen.

Mijn zoon komt elke dag en wil niet dat ik iets tekort kom. Laatst was mijn tv stuk en zijn we samen een nieuwe gaan kopen. Ik ben heel dankbaar voor de goede relatie die ik met mijn zoon en schoondochter heb. Ze zorgen heel goed voor mij.

Frieda: "We hebben hier alles, ook al is de flat vrij klein, ze is wel gezellig en groot genoeg voor 1 persoon. In mijn vorig appartement had ik een bad, hier enkel een douche. Dit is eigenlijk beter voor mijn veiligheid omdat het risico op vallen kleiner is."


Marie-Louise, bewoonster De Reiger

In 2022 ben ik verhuisd naar woonzorgcentrum De Reiger. Ik had een grote val gemaakt waardoor mijn knie verbrijzeld was. Mijn dochter gaf aan dat ik beter niet meer alleen kon wonen en beter zou opgenomen worden. Ik heb geluk gehad dat ik niet moest wachten want er was een kamer vrij. Hiervoor huurde ik een appartement in Lokeren. Die stap was niet te groot, ik kan me overal aanpassen. Ik voel me hier thuis.

Ik kijk wel uit naar de verhuis naar de nieuwbouw. Daar zullen we een eigen douche in de kamer hebben.

Ik ben er graag bij als er activiteiten zijn, maar dan meer voor het gezelschap en om een babbeltje te doen met de andere bewoners. Ik kan meestal niet deelnemen omdat mijn rechtse kant verlamd is. Ik heb maar 1 goede hand om iets mee te doen. Ik ga wel al eens mee naar het koopcentrum in Sint-Niklaas. We hebben een toffe groep van bewoners, we lachen allemaal graag. De wafelbak in de cafetaria is ook een leuke activiteit om meer bewoners te leren kennen. Daar kijk ik altijd naar uit.

Ik zie mijn dochter bijna alle dagen want ze werkt hier als zorgkundige. Dan springt ze binnen om te vragen hoe het met me gaat. Als ze niet werkt en wat meer tijd heeft, gaan we iets drinken in de cafetaria. Ze doet ook mijn was.

Marie Louise: "Het eten vind ik goed, er is genoeg afwisseling. Natuurlijk mis ik het zelf koken wel zodat je kan eten waar je op dat moment zin in hebt. Ook van het personeel ben ik echt content. Ze zijn vriendelijk en hebben mij heel goed opgevangen toen ik naar hier verhuisde. Mijn been moest toen 9 maanden in het gips en daardoor had ik veel hulp nodig."

Ik heb genoeg sociale contacten in het woonzorgcentrum maar ik mis toch mijn kameraden die in Lokeren wonen. Degene die ik het meeste mis, is mijn overleden zus die twee jaar jonger was dan ik. Wij hadden een hele goede band met elkaar. Ik ging er tweewekelijks een hele dag naartoe. Wij kenden veel mensen en konden dan babbelen en lachen met elkaar.

Mijn man mis ik ook, die is 12 jaar geleden overleden. Ik denk nog alle dagen aan hem. Ik ging met hem overal naartoe. Ouder worden is leren loslaten van wat niet meer is en dat is toch niet zo eenvoudig.


Fabienne, bewoonster 't Blauwhof

Fabienne vertelt haar verhaal over het leven in woonzorgcentrum 't Blauwhof
Mijn dochter kwam bij me thuis na haar werk en zei: "ma, wat stinkt hier zo, het ruikt hier verbrand." Ik rook het zelf niet. Ik had aardappelen opgezet, maar die zagen al zwart en mijn keuken was al half weg. Ik heb een herseninfarct gehad. Ik heb 3 jaar in een woonzorgcentrum in Geel verbleven en ben daarna naar 't Blauwhof gekomen. In Geel heb ik alles terug geleerd, leren schrijven en lezen. Ik kreeg er elke dag huiswerk. Het was magnifiek daar. Daar ben ik terug tot mezelf gekomen. Mijn dochter vroeg daarna om bij haar te komen wonen in Geel, maar ik weigerde. Ik wilde niet bij een jong koppel intrekken. Ik heb gezegd dat ik ineens naar een woonzorgcentrum zou gaan.

Het zat er niet meer in om terug in mijn huis te gaan wonen. Ik ben altijd een zelfstandige geweest omdat ik de oudste van de kinderen was, maar het was te gevaarlijk om nog alleen thuis te wonen. Ik dacht steeds dat ik het nog eens zou kunnen doen.

Ik ben geboren en getogen in Steendorp. Ik ben getrouwd geweest, we hebben samen een dochter maar heb ze grotendeels zelf opgevoed. Ze was een maand te vroeg geboren, ze woog amper 1 400 gram. Als ze 50 gram bijkwam, ging mijn moeder al naar de kerk om een kaars te branden. Ik ben alle dagen bij mijn dochter in het ziekenhuis gebleven. Daar moesten ze van afblijven. Als ik kwam aangestapt, begon ze te schreeuwen in de couveuse. De verpleegsters zeiden: "ze hoort dat jij er komt aangestapt." Mijn vader durfde op zijn werk niet zeggen dat hij een kleinkind had met het gedacht dat ze niet ging blijven leven.

Mijn moeder kwam op een zondagmorgen van de kerk en deed de deur open. Wij hoorden een plof. Ze lag op de grond en was dood. Mijn vader is nu 93 jaar en komt regelmatig naar 't Blauwhof om een vriendin te bezoeken.

Mijn dochter woont nog steeds in Geel en komt elke week langs. Dan komt ze de was halen en brengt ze fruit mee. Ze verzorgt mij goed.

Ik kan hier weinig afkeuren. Ik voel mij hier reuze en voel mij hier thuis. Voor mezelf was dit een hele goede beslissing. Ik ken de meeste mensen omdat ik van Steendorp ben. Het woonzorgcentrum levert kwaliteit. Ik krijg een goede verzorging. Het minste dat je mankeert, moet je maar bellen of roepen. 

Ik doe soms mee aan activiteiten en ga bijna elke dag naar de cafetaria om wat te babbelen. Je hebt vaste mensen en bewoners die weten dat je komt en dan komen ze ook. Als er iets te doen is, dan valt dat allemaal goed mee. Ik kan niets afkeuren. 

Fabienne: "In de cafetaria wordt nog regelmatig gedanst. Soms is er een optreden en komen er artiesten zingen. Dat is altijd pico bello in orde en de dansvloer wordt dan goed gebruikt. Daar geniet ik van. Ik dans zelf niet maar ik geniet van ernaar te kijken dat iedereen zich amuseert."


Godelieve, bewoonster assistentiewoning

Godelieve: "Voor ik hier mijn intrek kon nemen in februari 2022 werd de flat nog vernieuwd. Er werd nieuwe laminaat gelegd en ik kreeg een nieuwe badkamer. Ik ben hier terechtgekomen door naar de hobbyclub in het lokaal dienstencentrum te komen. Een bewoonster van de residentie liet mij haar flat zien en dat beviel mij direct. Ik heb geen spijt van de verhuis naar deze woonst."

Hiervoor huurde ik een klein huisje en had ik 30 jaar lang een stacaravan als buitenverblijf. Die caravan heb ik verkocht zodat ik de maandelijkse kosten van mijn assistentiewoning kon betalen. In het begin was het wat wennen maar nu voel ik me hier echt wel thuis.

Ik heb een goed contact met de buren en andere bewoners maar iedereen ken je natuurlijk niet want hier zijn 70 flats. In het begin dat ik hier woonde, ging ik maar 1 of 2 keer per week 's middags warm eten in het lokaal dienstencentrum maar al snel werd dat een hele week. We eten met een vaste groep van bewoners en dat klikt goed met elkaar. In het weekend trek ik mijn plan en eet ik wat ik in huis heb.

Boodschappen doe ik zelf met mijn dochter. Eénmaal in de maand komt er familiehulp en om de 14 dagen komt er een poetshulp. Ik krijg niet zoveel bezoek. Mijn dochter en zoon hebben hun eigen werk en leven.

Mijn dag breng ik door met een hand- of breiwerk te maken, thuis of in de hobbyclub van het lokaal dienstencentrum. Ik heb een hele kast vol zelfgemaakte popjes en handwerk waar ik trots op ben. Ik heb ook een laptop om informatie op te zoeken en om up-to-date te blijven.

Naar top